Nieuwsbrief december 2020
1. Extra coronasteun voor zwaarst getroffen sectoren Vanwege de aanhoudende...
Let op!
Wij willen voldoen aan de wens om actueel te zijn. Het overzicht in deze MKB-Nieuwsbrief is geschreven met de kennis tot en met dinsdag 15 maart, 20:00 uur.
In het coalitieakkoord was de afschaffing van de schenkingsvrijstelling eigen woning al opgenomen. Volledige afschaffing gebeurt pas per 2024, maar de vrijstelling wordt per 1 januari 2023 wel al verlaagd naar € 27.231.
Jubelton volledig afgeschaft per 1 januari 2024
De schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is ook wel bekend onder de naam ‘jubelton’.
Deze jubelton wordt per 1 januari 2024 volledig afgeschaft. Eerdere volledige afschaffing is volgens de minister van Financiën niet mogelijk vanwege de tijd die nodig is voor aanpassing van de automatiseringssystemen.
Jubelton omlaag per 1 januari 2023
Vooruitlopend op de volledige afschaffing wordt de jubelton vanaf 1 januari 2023 wel al verlaagd naar € 27.231. De jubelton is dan gelijk aan het bedrag van de eenmalig verhoogde vrijstelling voor schenkingen tussen ouders en kinderen.
Let op!
Verlaging naar € 27.231 betekent feitelijk dat de jubelton voor ouders aan hun kind per 1 januari 2023 al verdwijnt. Het is namelijk niet mogelijk gebruik te maken van zowel de eenmalige verhoogde vrijstelling als de jubelton.
Bedrag in 2022
In 2022 bedraagt de jubelton nog € 106.671. Dit bedrag kan geschonken worden voor een eigen woning, zonder dat schenkbelasting betaald hoeft te worden.
Tip!
Lukt het niet om een in 2022 geschonken jubelton meteen aan een van deze doelen te besteden? Dan is het, onder de huidige wettelijke bepalingen, mogelijk om de besteding nog plaats te laten vinden in 2023 of 2024. Het is nog niet bekend hoe de nieuwe wettelijke bepalingen vormgegeven gaan worden. Houd daarom rekening met de mogelijkheid dat deze spreidingsmogelijkheid al eerder vervalt en besteding na 2022 of 2023 niet meer kan plaatsvinden.
Let op!
De afschaffing van de jubelton per 1 januari 2024 en de verlaging per 1 januari 2023 worden opgenomen in het Belastingplan 2023, dat op Prinsjesdag 2022 gepresenteerd wordt. Vervolgens moet zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer nog met dit wetsvoorstel instemmen. Gezien de steun hiervoor is de kans zeer groot dat dit gaat gebeuren.
Wilt u gebruikmaken van de jubelton – nu het nog kan –, neem dan contact met ons op voor meer informatie over de mogelijkheden en voorwaarden.
Ondernemers die in het eerste kwartaal van dit jaar minstens 30% omzetverlies hebben geleden, kunnen vóór 31 maart 2022 17.00 uur TVL aanvragen. Aanvragen moeten bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden ingediend. Starters kunnen binnenkort ook TVL aanvragen voor Q4 2021 en Q1 2022.
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)
De TVL is een tegemoetkoming in de vaste lasten voor ondernemers die tijdens de coronacrisis met een omzetdaling geconfronteerd worden. De omvang van de tegemoetkoming hangt af van het percentage aan omzetverlies. Voor dit percentage ontvangt de ondernemer 100% compensatie van de vaste lasten, die worden gebaseerd op branchecijfers.
Let op!
De deadline voor de aanvraag is 31 maart 2022 17.00 uur. Aanvragen die te laat worden ingediend, worden afgewezen.
Referentieperiode
De omzetdaling kan worden vergeleken met het eerste kwartaal van 2019 of van 2020. De ondernemer mag kiezen voor de gunstigste optie.
Tip!
Voor ondernemingen die gestart zijn tussen 1 januari 2019 en 30 juni 2020 gelden afwijkende referentieperioden.
Maxima
De TVL kent ook maxima wat betreft de omvang van de steun. Voor mkb-bedrijven bedraagt dit maximum € 550.000, voor grote bedrijven € 600.000. Een onderneming of groep verbonden ondernemingen kan maximaal € 2.300.000 aan TVL ontvangen gedurende de hele coronaperiode.
Let op!
Voor ondernemingen in de visserij is dit maximale bedrag geen € 2.300.000, maar € 345.000 en voor ondernemingen in de land- en tuinbouw € 290.000.
Verruiming referentieperiode TVL Q4 2021 bij zwangerschap
Voor de TVL van het vierde kwartaal 2021 geldt definitief een verruimde referentieperiode voor ondernemers die minimaal drie weken met zwangerschaps- en bevallingsverlof waren in beide referentiekwartalen (vierde kwartaal 2019 of eerste kwartaal 2020) van de TVL voor het vierde kwartaal van 2021. De Europese Commissie (EC) heeft deze verruiming in februari goedgekeurd. Deze groep ondernemers kan het derde kwartaal van 2020 gebruiken als alternatieve referentieperiode. De verminderde omzet als gevolg van de zwangerschap heeft dan geen negatief effect meer op de TVL.
TVL voor startende ondernemer
Ondernemers die tussen 30 juni 2020 en 30 september 2021 hun ondernemer startten, kunnen binnenkort ook een beroep doen op de TVL. Dit maakte het kabinet onlangs bekend. De maximale TVL voor hen bedraagt € 100.000 per kwartaal.
Ondernemers die tot en met 30 juni 2021 startten, kunnen een beroep doen op TVL voor zowel Q4 2021 als Q1 2022. De voorwaarden zijn nagenoeg gelijk aan de voorwaarden van de reguliere TVL. Zo moet het omzetverlies in Q4 2021 20% bedragen en in Q1 2022 30%. De referentieperiode is voor beide TVL-perioden Q3 2021.
Startte de onderneming in Q3 2021 dan kan de onderneming alleen een beroep doen op TVL Q1 2022. De referentieperiode is dan de eerste drie maanden volgend op de maand van inschrijving.
Let op!
De TVL-regeling voor starters moet nog in detail worden uitgewerkt. Het is op dit moment daarom nog niet mogelijk om een aanvraag te doen.
De Wet arbeid vreemdelingen (WAV) is gewijzigd. Met ingang van 1 januari 2022 kan een werkvergunning voor maximaal drie jaar worden verleend. Voorheen was dat maximaal één jaar. Daarnaast zijn de voorwaarden voor het verkrijgen van een werkvergunning uitgebreid.
Maximale duur werkvergunning naar drie jaar
Voor werknemers die niet uit de Europese Economische Ruimte (EER) of Zwitserland komen, moet u als werkgever in bepaalde gevallen een werkvergunning aanvragen. De EER bestaat uit de EU-lidstaten, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. Vanaf 1 januari 2022 kan een werkvergunning, afhankelijk van de voorwaarden, voor maximaal drie jaar worden verleend.
Maximaal twee jaar bij volledige arbeidsmarkttoets
Een werkvergunning met een volledige arbeidsmarkttoets kan voor maximaal twee jaar worden verleend in plaats van één jaar. Een volledige arbeidsmarkttoets houdt in dat het UWV volgens een bepaalde methodiek eerst toetst of binnen de EER en Zwitserland geschikt personeel te vinden is; dat wordt ‘prioriteitgenietend’ aanbod genoemd. Ook moet de beschikbare arbeidsplaats ten minste vijf weken vóór het indienen van de aanvraag gemeld worden bij het UWV Werkbedrijf. Daarnaast moet u kunnen aantonen dat u voldoende inspanningen heeft verricht om de arbeidsplaats door prioriteitgenietend aanbod in te vullen.
Het UWV voert geen volledige arbeidsmarkttoets uit als sprake is van buitengewone omstandigheden die een snelle invulling van de arbeidsplaats noodzakelijk maken en die niet te voorzien of te beïnvloeden waren.
Bij bepaalde werkzaamheden geen volledige arbeidsmarkttoets
Voor bepaalde werkzaamheden wordt een uitzondering gemaakt en vindt er geen volledige arbeidsmarkttoets plaats. Dit geldt voor het uitoefenen van een geestelijke, godsdienstige of levensbeschouwelijke functie. Ook wordt hiervan afgeweken ten behoeve van internationale handelscontacten, scholing, opleiding, vrijwilligerswerk, internationale uitwisseling en andere culturele contacten of ten behoeve van vreemdelingen met een geldige werkvergunning.
Voorwaarden voor een werkvergunning uitgebreid
In de nieuwe WAV is ook een aantal voorwaarden voor het verkrijgen van een werkvergunning toegevoegd. Zo moet u het loon dat op de werkvergunning staat via een bankrekening aan de werknemer betalen. Dit loon betreft de werkzaamheden van maximaal een maand. Zo kan de Nederlandse Arbeidsinspectie de loonbetaling beter controleren.
Ook kan de aanvraag voor een werkvergunning worden afgewezen als er in uw organisatie geen economische activiteiten plaatsvinden. Wanneer u kortgeleden met uw onderneming bent begonnen, moet u kunnen aantonen dat uw onderneming is gestart. Het UWV spreekt dan met u af binnen welke termijn u dat moet aantonen. Verder wordt u voor het verstrekken van een werkvergunning van langer dan een jaar verplicht de buitenlandse werknemer scholing in de Nederlandse taal aan te bieden.
Vanaf 1 maart 2022 tot en met 31 maart 2022 17.00 uur is het voor individuele mkb-ondernemingen weer mogelijk om SLIM-subsidie aan te vragen. Dit is een subsidieregeling voor leren en ontwikkelen in het mkb.
SLIM
SLIM is een subsidie bedoeld voor initiatieven gericht op het stimuleren van leren en ontwikkelen. Voor individuele mkb-ondernemingen zijn er in 2022 twee aanvraagperiodes: in maart en in september.
Let op!
De activiteit waarvoor subsidie wordt gekregen, moet binnen twaalf maanden worden afgerond.
Hoogte subsidie
Kleine mkb-ondernemingen kunnen maximaal 80% van de subsidiabele kosten vergoed krijgen, middelgrote mkb-ondernemingen maximaal 60%. De subsidie bedraagt maximaal € 25.000. Voor landbouwbedrijven ligt dit maximum op € 20.000.
Wat valt onder klein mkb en wat onder middelgroot?
Een mkb-onderneming is klein als er minder dan 50 personen werkzaam zijn en de jaaromzet of het balanstotaal niet groter is dan € 10 miljoen. Een mkb-onderneming is middelgroot als er minder dan 250 personen werkzaam zijn en de jaaromzet niet groter is dan € 50 miljoen of het balanstotaal niet groter is dan € 43 miljoen.
Let op!
Per aanvraagperiode geldt een subsidieplafond. Voor de aanvraagperiode in maart bedraagt dit € 15 miljoen en voor de aanvraagperiode in september € 14,2 miljoen. Bij overschrijding van het subsidieplafond vindt toewijzing plaats door middel van loting.
Andere doelgroep
Voor samenwerkingsverbanden in het mkb en voor grootbedrijven is het ook mogelijk om een SLIM-subsidie aan te vragen. Voor deze doelgroepen gelden andere voorwaarden en bedragen. Zij kunnen in juni 2022 een aanvraag indienen.
Het merendeel van de financiële coronasteunmaatregelen eindigt per 1 april 2022. Het gaat hierbij om de NOW, de TVL, het uitstel van betaling van belastingschulden en de versoepeling van de bijstandsregeling voor zelfstandigen (Bbz). De tijdelijke garantie- en kredietregelingen KKC en GO-C en de BMKB-C en De Qredits-overbruggingskredieten voor bestaande ondernemers en starters lopen nog wel enige tijd door. Dat geldt ook voor de leenfaciliteiten bij Cultuur+Ondernemen en de monumentenlening van het Nationaal Restauratiefonds. Voor de evenementensector loopt de Subsidie Evenementengarantie 2022 (SEG) door tot en met september 2022. Met deze subsidie kunnen de kosten voor 90% vergoed worden als een evenement door de overheid verboden wordt tot en met 31 maart en daarna voor 80%, tot en met 30 september. Voor het deel van de kosten dat niet vergoed wordt, kan een lening worden afgesloten tegen 2% rente.
Had u in 2021 recht op het lage-inkomensvoordeel (LIV), het jeugd lage-inkomensvoordeel (jeugd-LIV) of een loonkostenvoordeel (LKV)? Dan stuurt het UWV u uiterlijk 14 maart van dit jaar een voorlopige berekening. Controleer deze berekening goed. U kunt namelijk nog tot en met 1 mei 2022 correcties aanbrengen. Wijzigingen die u ná 1 mei 2022 doorgeeft, worden niet meer in behandeling genomen. Controleer daarom op tijd uw mogelijke rechten en zorg dat u het LIV, jeugd-LIV en LKV over 2021 niet misloopt. De bedragen hiervoor kunnen oplopen tot respectievelijk maximaal € 960, € 613,60 en € 6.000 per werknemer per jaar.